In herinnering aan Wietske, een lichtend voorbeeld.
De lucifer en de kaars
Op een dag zei de lucifer tegen de kaars: “Ik heb opdracht jou aan te steken.”
“O nee”, zei de kaars, “Wanneer ik ga branden zijn mijn dagen geteld. Niemand zal meer mijn schoonheid kunnen bewonderen.”
De lucifer wachtte even en vroeg : “Wil je dan een leven lang koud en hard blijven zonder geleefd te hebben?”
“Maar branden doet zeer en het zal mij kracht kosten." fluisterde de kaars.
“Het is waar”, antwoordde de Lucifer. “Maar dat is het geheim van onze roeping. We zijn gemaakt om licht te geven. Zelf kan ik niet zoveel en als ik jou niet aansteek, heeft mijn leven weinig zin gehad. Ik ben er om vuur te geven. Jij bent een kaars. Jij zult anderen licht en warmte schenken. Alles wat jij aan lijden en kracht geeft, verandert in licht. Jij gaat niet verloren, ook al raak je op. Anderen zullen je licht doorgeven. Alleen als je weigert zal je sterven…
De kaars rechtte zich en zei vol verwachting: “Steek mij aan!”
Even laten bezinken
BeantwoordenVerwijderenMooi
Xs
Bijzonder dat je Wietske hebt leren kennen. Als echte maatjes de strijd aangaan met de nodige humor. Wat vind ik het knap dat je met acceptatie en hernieuwde kracht de lente tegemoet gaat. Geniet van de bloemetjes en bijtjes.
BeantwoordenVerwijderenLiefs, Ine Christianen
������
BeantwoordenVerwijderenMoeten poppetjes staan met kusjes
Verwijderen